Het schaatsen van de tocht

Een goede voorbereiding is belangrijk. Maar neem ook tijdens de tocht een aantal regels voor uzelf in acht!

Neem tijd voor de warming-up en cooling-down!
Let op uw schaatshouding!
Houd rekening met andere schaatsers!
Let op de kwaliteit van het ijs!
Eet en drink voldoende!

Neem tijd voor de warming-up en cooling-down!

Met een warming-up warmt u uw spieren op, waardoor u gemakkelijker kan schaatsen. Een warming-up bestaat uit 3 delen: dribbelen, specifieke schaatsrekoefeningen en rekoefeningen voor blessurepreventie. Een goede warming-up duurt totaal 10-15 minuten. Let op: u warmt uw spieren het best op in een niet te koude omgeving. Neem op tijd rust en start ook na een pauze rustig met een warming-up. Met een cooling-down komt het lichaam niet te abrupt tot rust en worden de afvalstoffen beter en sneller afgevoerd.

Let op uw schaatshouding!

Leer zo goed mogelijk balanceren. Probeer altijd zijwaarts af te zetten en doe dit met het hele schaatsijzer. Zorg voor een goede kniehoek (90-130 graden) voor een optimale afzet. Moet u omhoog klunen, zet dan de punten van de schaatsen naar buiten. Bij afdalen loopt u zijwaarts en plaatst de schaatsen parallel aan elkaar.

Houd rekening met andere schaatsers!

Voor natuurijs geldt: Ga nooit alleen op pad en schaats niet in het donker. Neem voldoende afstand van elkaar, blijf op het parcours en volg de richtlijnen van de organisatie.

Let op de kwaliteit van het ijs!

Schaats alleen goedgekeurde KNSB/ANWB-toertochten. Wees extra op uw hoede bij:

  • IJs langs rietkanten, bij waterplanten en overhangende takken
  • IJs bij bruggen
  • IJs aan de walkant (in het bijzonder de zonkant)
  • IJs in vaargeulen, brede vaarten en grote meren
  • IJs in waters met waterinstroom (bemaling, lozing afvalwater) of onderstroom (kruispunt van waterwegen, overgang van breed naar smal water)
  • IJsschotsen en kistwerking
  • Een verandering van kleur van het ijs
  • Windwakken en eendenwakken
  • Sneeuw op het ijs

Twijfelt u aan de kwaliteit van het ijs? Ga dan direct terug!

Eet en drink voldoende!

Voor schaatsen heeft u veel energie nodig. Energie zit in koolhydraten. Koolhydraten zitten onder andere in brood, aardappelen, peulvruchten, pasta, rijst, groente en fruit. Eet twee dagen van te voren een koolhydratenrijk menu. Bij een schaatstocht langer dan 2 uur is het verstandig om te eten tijdens het schaatsen. Neem kleine beetjes. Het maagdarmstelsel heeft tijdens inspanning een slechte bloedvoorzieining. Alles wat u tijdens het schaatsen eet, wordt dus langzaam verteerd. Energierepen zijn een goede keus. Eten binnen een half uur na de finish, bevordert overigens het herstel. Zorg in ieder geval dat u genoeg en regelmatig (liefst om het half uur) drinkt! Al schaatsend verliest u per uur 1 tot 2 liter vocht door transpiratie. Door vochtverlies wordt bloed stroperig. Het hart kan het bloed daardoor moeilijker rondpompen. De snelste vochtaanvulling gebeurt door het drinken van water, thee, verdund vruchtensap en bouillon! Omdat u bij transpiratie ook zout verliest, is het zaak ook dat onderweg aan te vullen.